|
||||||||
De Australische pop-, country- en indie rockartiest Robert Forster wordt deze zomer 61 jaar. Hij is vooral gekend als stichtend lid, zanger en songschrijver bij de reeds in 1977 opgerichte indie rockformatie ‘The Go-Betweens’ uit Brisbane, Queensland waar hij samen met Grant McLennan van bij het prille begin deel uitmaakte. Toen McLennan in 2006 aan de gevolgen van een hartaanval stierf kwam er einde aan deze formatie en besloot Robert Forster om nog uitsluitend als soloartiest verder te gaan in de muziekwereld. Want zijn debuut als solozanger kwam er al heel wat eerder in 1990 toen Robert Forster los van de band het album “Danger In The Past” opnam. Daarna volgden nog heel wat andere soloalbums met “Calling From A Country Phone” uit 1993, “I Had A New York Girlfriend” uit 1995, “Warm Nights” uit 1996 en na een vrij lange sabbatperiode en het einde van ‘The Go-Betweens’ in 2006 verschenen ook nog de albums “The Evangelist” in 2008 en “Songs To Play” in 2015. Sinds 2005 is hij ook nog actief geweest als muziekjournalist die columns schreef voor twee Australische magazines. Nu is er een nieuwe, zevende soloplaat van Robert Forster op de markt gebracht onder de titel “Inferno” met daarop negen door hem gecomponeerde songs. Dit album werd door producer Victor Van Vugt opgenomen in diens studio in Berlijn. Van Vugt was eerder ook al de producer van de allereerste soloplaat ”Danger In The Past” van Robert Forster in in 1990. De titel van deze nieuwe plaat slaat op de verzengende weersomstandigheden in zijn thuisbasis in Brisbane waar het in de zomer vreselijk heet kan worden. De openingstrack van het album is de song “Crazy Jane On The Day Of Judgement”, een bewerking van het gelijknamige gedicht van de Ierse dichter en toneelschrijver William Butler Yeats. Robert Forster schreef dat nummer al een hele poos geleden, net als het later op de plaat te horen lied “I’m Gonna Tell It” dat al in 2007 werd gecomponeerd. Op deze plaat horen we vooral door gitaren aangedreven popsongs waarin de teksten zoals voorheen een vooraanstaande rol zijn blijven spelen. De muzikanten die hem in de studio bijstonden voor de opname van deze negen nummers zijn gitarist en bassist Scott Bromley, keyboardsspeler Earl Harvin, drummer Michael Muhlhaus en violiste Karin Bäumler, de echtgenote van Robert Forster die hier en daar ook backing vocals verzorgt. Ze zorgen voor een sobere en minimalistische begeleiding bij de songs, waardoor de poëtische songteksten en de zeer typische zangstem van Robert Forster op dit album uitstekend worden geaccentueerd. Muziekkenners zullen de sound die Robert Forster op “Inferno” brengt misschien willen vergelijken met het vroegere werk van Lou Reed bij ‘Velvet Underground’. Wij kunnen daar zeker voor een gedeelte in meegaan, want de repetitieve gitaarriffs in nummers als “No Fame”, “The Morning” en “Remain” zijn zeer herkenbaar en ook de zangstijl van Forster roept herinneringen aan deze cultgroep op. De eerste single uit het album is de titeltrack “Inferno (Brisbane In Summer)” (zie video) en ook hier zou een vergelijking met het steviger rockende werk van Lou Reed wel kunnen opgaan. Het op monotone exotisch klinkende percussieklanken gebrachte “Life Has Turned A Page” vormt samen met de ballad “I’ll Look After You” en de majestueuze slotsong “One Bird In The Sky” onze favoriete songs op “Inferno”. We hebben weer vier jaar moeten wachten op nieuw werk van Robert Forster, maar achteraf bekeken was dat lange wachten zeker de moeite waard. Het waarom van deze bewering moet u zelf maar proberen te achterhalen door wat nader naar dit album te gaan luisteren. (valsam)
|
||||||||
|
||||||||